De chemie van aquarel

La chimica di aquerello                            monoloog

 

Ik doe het licht in mijn atelier uit.

Het is al na middernacht.

Ik ga naar boven, naar mijn living en voorzichtig zet ik mijn nieuwe gloednieuwe aquarel tegen de rugleuning van de zetel in mijn salon.

Ik draai mijn bureaulamp en laat het licht tenvolle over mijn nieuwe creatie schijnen.

 

Chris, mijn vrouw is al slapen.

Het wordt waarschijnlijk niets vanavond.

Ik loop naar de keuken en schenk een tripple Westmalle in.

 

Ik zet mij in de andere zetel en kijk voldaan naar mijn aquarel.

De gondels van Venetië, Le gondole di Venezia.

San Marco in de verte.

 

Een overweldigend egoïstisch gevoel van voldoening maakt zich van mij meester. Ik blijf turen naar mijn werk.

Ik zweef en stap in mijn schilderij.

 

Ik sla geen oog weg van mijn werk. Ik heb geen gevoel meer van tijd. Een vonk van goddelijkheid die in ieder mens aanwezig is, ontvlamt. Ik geniet en heb nog geen goesting om te gaan slapen.

Ik wil dat gevoel zo lang mogelijk vasthouden.

Wat zijn we weer goed vanavond!

 

De chemie van aquarel,  La chimica di acquerello!

 

Na een tijdje merk ik dat mijn Gondels van Venetië toch niet volmaakt zijn.

Dat de achtergrond beter kon. Koude kleuren achteraan, warme vooraan.

Het licht kan beter.

 

Het contrast met de eerste gondel is niet groot genoeg.

Dat kan ik misschien nog aanpassen zonder al te veel transparantie te verliezen. Omgekeerd gaat moeilijk.

Ik mis ook een aantal details en lijnen, vooral een vertikaal accent.

Dat zal ik morgen bekijken.

 

                                                      *   *   *

 

Eerder die avond ben ik eraan begonnen. In mijn verbeelding zie ik de koepels van SanMarco tegen de ondergaande zon. La Basilica di San Marco. Vooraan brengen gondeliers op het water de toeristen naar hun bestemming.

 

Ik steek de luidsprekertjes van mijn iPod in mijn oren en start mijn favoriete muziek: het adagio van Albinoni, Venitiaans barokcomponist en violist, passend bij San Marco.

 

Ik neem mijn potlood en probeer mijn verhaal in een compositie te schetsen.  Mijn horizonlijn in de bovenste helft van mijn blad. Herhaling van vormen.

Vereenvoudiging.

Ik schets in grote lijnen zoals ik het leven in Venetië in mijn verbeelding zie.

Ik ben er nooit geweest!!!

 

En tegelijkertijd komen ook de kleuren voor mijn geest.

 

Ik maak het aquarelpapier nat, behalve op de plaatsen waar ik scherpe lijnen wil. Het medium begint zijn eigen leven te leiden. De verf heeft neiging om naar beneden te lopen omdat ik op een schuinstaand bord werk. Natte partijen “bloeden” in elkaar. Ik draai mijn blad op zijn kant.

 

De orgelmuziek van San Marco vermengt zich met het beeld dat ik op papier wil krijgen. Ik ben volledig afgesloten van de buitenwereld. Ik voel de innerlijke poëzie waar andere vormen en technieken van grafische expressie niet aan kunnen tippen.

 

 

De chemie van aquarel,

La chimica di acquerello!

 

 

Zetten wij een oude traditie voort?

 

Onze prehistorische voorouders schilderden hun grotschilderingen al met in water oplosbare anorganische pigmenten. De vroegst bewaard gebleven schilderingen in waterverf die in de richting van de huidige aquarel wijzen, zijn de illustraties in de Egyptische Dodenboeken op papyrus, die dateren van meer dan 2000 jaar voor Christus.

Japanners schilderden er mee op perkament.

Liepen zij toen al met een fototoestel rond?

 

Maar ook belangrijke kunstenaars uit de vorige eeuwen schilderden aquarellen. Zo maakte Paul Cezanne expressieve landschapsaquarellen.

 

Er is nog een lange weg af te leggen.

Wij hebben hier een cultuur van olieverf. De Vlaamse Primitieven schilderden met olieverf. Aquarel wordt nog steeds stiefmoederlijk bekeken.  In landen zoals Australië, die geen olieverfcultuur hebben, is de situatie net omgekeerd. Daar begint olieverf nu meer en meer opgang te maken.

 

 

De chemie van aquarel,

La chimica di acquerello!

 

 

Het licht in mijn atelier is al lang uit. Het is 1u ’s nachts. Ik zit nog steeds in de zetel te kijken naar…eh…

Plots valt het mij te binnen. Binnenkort een tentoonstelling.

Ik voel wat paniek. Heb ik wel nieuwe werken die de moeite waard zijn? En mijn gondels van Venetië? Tussen al die werken van… eh…

 

Neen, mijn gondels van Venetië zullen nooit een kader zien. Zij vervoegen de hoop aquarellen waarvan de achterkant beschilderd zal worden door mijn kleinkinderen.

 

Een andere keer proberen we opnieuw.

 

Het is tijd om te gaan slapen. Ik doof mijn bureaulamp en zweef naar de slaapkamer.

 

Wordt het toch nog iets vannacht?

 

La chimica di acquerello!